Havenbedrijf Rotterdam en LTO zitten elkaar in de weg

Nederland is een klein land dus kom je elkaar al snel tegen. En wonderlijkerwijs zitten nu de gemeente Rotterdam (lees het Havenbedrijf) en de boerenlobby LTO in elkaars vaarwater.
Kijk, de LTO vindt de Rotterdamse haven een prima aanvoerhaven voor varkensvoer (u kent waarschijnlijk het grapje: ‘we importeren de soja, we exporteren het vlees en de stront houden we zelf’) waarmee ons dappere landje de tweede vleesexporteur ter wereld is geworden. Maar de open Rotterdamse haven heeft volgens de LTO ook een groot nadeel, door de Nieuwe Waterweg dringt de Noordzee zouttong steeds verder het land in en bedreigt daarmee volgens de LTO de landbouw die het moet hebben van zoet water. Daarom wil de LTO dat in de Nieuwe Waterweg zeesluizen worden aangelegd. Inmiddels heeft de landbouwlobby de landbouwspecialisten in de Tweede Kamer er van overtuigd dat drastische maatregelen noodzakelijk zijn en dat er op korte termijn een beter onderzoek moet komen om tot die zeesluizen te geraken.

Dat is weer tegen het zere been van Rotterdam. Betoogde in de zestiger jaren de roemruchte directeur van het Havenbedrijf ir. Posthuma al niet dat Nederland van de landbouw alleen niet kon leven en dat industriële ontwikkelingen in ons land dringend gewenst waren. Zo kwam hij na de inrichting van het Botlekgebied met de ontwikkeling van het Europoortgebied. Daarna met het Plan 2000+ waaruit achtereenvolgens Maasvlakte 1 en Maasvlakte 2 resulteerden. Plan 2000+ behelsde nog veel meer, namelijk industrialisering van Voorne-Putten en de Hoekse Waard alsmede een woonstad op Goeree-Overflakkee. Ook toen kwam Rotterdam de boeren al tegen, want inderhaast werd voor Voorne-Putten de grootste ruilverkaveling ooit in Nederland opgetuigd, waarna de gezagsdragers op het platteland kwetterden dat ze Rotterdam toch maar mooi de pas hadden afgesneden.

Die zeesluis in de Waterweg laat Rotterdam niet op zich zitten. Hij heeft minister Melanie Schulz van Haegen al aan zijn zijde en voegt nu ook de toenemende stikstofuitstoot door de groeiende veehouderijen op Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee aan het wapenarsenaal toe. De stikstofuitstoot van de omliggende veehouderijen bedreigt de groei van het Rotterdamse haven- en industriegebied. Daarom gaat het havenbedrijf, samen met zes Zuidhollandse natuurorganisaties onderzoek doen naar de stikstofdeposities van veehouderijen in de natuurgebieden. Provinciaal LTO Noord bestuurder Arie Verhorst reageert in Nieuwe Oogst van 29 november 2014 als door een wesp gestoken: “Je kunt je afvragen of dit onderzoek wel onafhankelijk is” en gewaagt van een dubbele bodem.

Op Voorne-Puten ligt de landbouw al op achterstand. In het ontwerpbeheerplan voor Natura 2000 gebied Voorne’s Duin schrijven Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland dat de stikstofdepositie door de aanwezige veehouderijen voor het Natura 200 gebied de grootste bedreiging vormen. Gevolg: om de natuur te beschermen moet een aantal veehouderijen op slot. Reden voor LTO’s Arie Verhorst om Gedeputeerde Staten te vragen
het genoemde ontwerpbeheerplan maar niet ter visie te leggen en eerst een paar uitbreidingen van melkveehouderijen te regelen en daarmee de schadelijke stikstofdepositie op Voorne’s Duin te vergroten.

Voorlopig lijkt de stand tussen het Havenbedrijf en de LTO 1-1. Nieuwsmus zal u van het verloop van de wedstrijd op de hoogte houden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *